Spelsoorten
Biljarten wordt heden ten dage in vele vormen gespeeld. In Nederland is het carambolebiljart de meest beoefende spelvorm. Daarnaast wordt er ook veel gedaan aan driebanden en snooker. Een aantal biljartsoorten wil ik toch even onder uw aandacht brengen. Het overzicht hieronder is niet volledig, maar behandelt slechts de meest gespeelde spelsoorten. De spelsoorten waar een asterix (*) achter staat zijn erkend door de officiële bonden. De overige soorten worden wel beoefend, maar vaak gaat het dan enkel om gezellig de tijd te verdrijven waarbij het vaak niet om techniek gaat.
Carambolebiljart, libre biljart (*)
Dit is de meest gespeelde vorm van biljarten ter wereld.
Dit is niet verwonderlijk want juist deze spelsoort heeft echt alle
facetten van elke andere biljartsoort in zich. Het is dan ook deze
spelsoort die men zich eigen moet maken alvorens over te kunnen gaan op een
andere. Uiteraard zijn er ook natuurtalenten die meteen aan
één van de andere spelsoorten beginnen, maar deze zijn
zeer schaars. Het libre biljart wordt gespeeld op een biljart met
één van de standaardmaten (2,10 X 1,15 of 2,84 X 1,42)
Er wordt gebruik gemaakt van 3 ballen. Twee witte die dienst doen
als speelbal. (voor iedere speler één) en 1 rode.
(Tegenwoordig wordt 1 van de witte ballen gewoonlijk vervangen door
een gele) Bedoeling is om met de speelbal beide andere ballen te
raken in één stootbeurt, binnen de geldende regels.
Gebeurt dit dan is dat een carambole en mag de speler vervolgens nog
een poging wagen. Indien een speler mist is de tegenstander aan de
beurt. Gespeeld wordt tot één van de spelers het
aantal voor hem vastgestelde caramboles heeft gemaakt. Is deze
speler met de partij begonnen, dan krijgt de tegenstander nog
één beurt om ook zijn aantal caramboles te maken.
Lukt dit dan is de partij onbeslist en krijgen beide spelers 1 punt.
Lukt dit niet of was de speler welke als eerste het aantal
caramboles heeft gemaakt, niet met de partij begonnen, dan is hij
winnaar.
Carambolebiljart, bandstoten (*)
Deze vorm van biljarten wordt voornamelijk toegepast tijdens
toernooien, het triatlon en het pentatlon. Hier gelden dezelfde
regels en voorwaarden als bij het libre biljart. Er is echter
één belangrijke uitzondering. Alvorens de speelbal
de derde bal raakt en de carambole tot stand komt, moet deze eerst
één of meerdere banden hebben geraakt. Is dit niet het
geval, dan is de carambole niet geldig en is de tegenstander aan de
beurt.
Carambolebiljart, driebanden (*)
Naast het libre biljart is deze spelsoort enorm populair bij
zeer vele spelers, mede waarschijnlijk door de aandacht die de media
eraan besteed. Vele mensen beginnen met deze spelsoort zonder eerst
libre te hebben gespeeld. Zij missen vaak de basiskennis en halen
het mooie van deze spelsoort weg. De regels zijn hetzelfde als bij
het bandstoten, hier dient de speelbal echter minimaal 3 banden
te hebben geraakt alvorens de carambole tot stand komt.
Snooker (*)
Snooker is een biljartsysteem wat zijn oorsprong in Engeland
heeft en waaraan, zeker in de Verenigde Staten, zeer veel
profspelers aan deelnemen. Het snookerbiljart heeft voor Nederland
ongekende afmetingen, namelijk 3,50 X 1,75 m. Het grootste
carambolebiljart meet 2,84 X 1,42 m, dit ter vergelijking. In de
banden zijn gaten of zakken aangebracht. Doel van het spel is de
ballen in die zakken te spelen met behulp van een speelbal. Het
snooker maakt gebruik van 22 ballen. Eén witte die voor
beide spelers de speelbal is. Vijftien rode met een waarde van 1
punt en 6 gekleurde ballen met waardes oplopend van 2 tot 7. De
volgorde van het in de zakken spelen van de ballen is voorgeschreven.
Eerst een rode, dan een gekleurde, dan een rode, dan een gekleurde
etc.
Wordt een rode bal in de zak gespeeld dan blijft deze daar. Een gekleurde bal wordt steeds weer uit de zak gehaald en opnieuw in het spel gebracht. Op een gegeven moment zijn alle rode ballen in de zakken gespeeld. Nu moet de speler de gekleurde ballen in de zakken spelen. Hij moet dit doen op volgorde van licht naar donker. Ook de gekleurde ballen blijven nu in de zakken. Zodra de laatste (zwarte) bal in de zak is gespeeld is de partij ten einde. De speler die dan het meeste aantal punten heeft verzameld is winnaar. Meestal wordt er gebruik gemaakt van 'best of three'.
Poolbiljart (*)
Soms wordt deze, uit Amerika afkomstige, spelsoort met
snooker aangeduid, maar is dat zeker niet. Ook dit biljart wijkt
af van het carambolebiljart met afwijkende maten, namelijk
2,44 X 1,22 m. Bij het poolbiljart maakt men gebruik van 16 ballen.
Eén witte, die voor beide spelers de speelbal is, en 15
gekleurde ballen met de cijfers 1 t/m 15 erop. Net als bij snooker
moeten ook bij poolbiljart de ballen in de zakken gespeeld worden.
De speler moet hierbij echter eerst aangeven welke bal hij zal
wegspelen. Een bal welke in de zak verdwijnt wordt niet meer terug
in het spel gebracht. Op een gegeven moment zitten er 14 gekleurde
ballen in de zakken en ligt er nog 1 op tafel. De ballen worden dan,
met behulp van een driehoek, weer op tafel gelegd en het spel gaat
verder. Van tevoren is afgesproken om hoeveel punten men speelt.
Bijvoorbeeld om 100 of 150 punten. Winnaar is hij die als eerste
dit aantal punten haalt.
Kegelbiljarten (*)
Kegelbiljarten wordt op vele verschillende manieren gespeeld. De manier die hier wordt besproken is die welke door de
Europese biljartfederatie is erkend. Voor het kegelbiljarten maakt men gebruik van de grote tafel (2,84 X 1,42 m). Behalve de drie ballen
plaats men ook 5 kegeltjes op het biljart. Die kegeltjes mogen alleen met de witte ballen worden omgespeeld. Bij het kegelbiljarten is niet
een witte, maar de rode bal de speelbal. Beide spelers spelen derhalve met dezelfde bal. Elk omgespeeld kegeltje betekent 1 punt. Een
gewone carambole mag ook. In dit geval moet dan wel de rode (speel)bal de beide witte raken. Hiervoor krijgt men dan twee punten.
Heeft een speler twee gewone caramboles achter elkaar gemaakt, dan is hij verplicht eerst weer een kegeltje om te spelen. Bovendien
is er ook nog de regel dat wanneer een speler alleen kegeltjes omver speelt, hij na twee van deze stoten ten minste één
band geraakt moet hebben. Hoewel het er eenvoudig uitziet kunnen alleen technisch sterke spelers deze vorm van biljarten goed
spelen.
Golfbiljarten
Deze spelsoort wordt voornamelijk beoefend in het zuiden van Nederland en in België. Over het algemeen wordt er
gespeeld op een biljart van 2,00 X 1,00 m. In het midden van beide korte banden is een gat aangebracht en als 'doel' betiteld wordt.
Vlak voor dat doel staan twee rubber doppen op een onderlinge afstand van 60 tot 62 mm. Heeft de bal een doorsnede van
61,5 tot 62 mm, dan is die afstand net voldoende om de bal tussen de beide doppen door te kunnen spelen. In het midden van het biljart
zijn 8 rubber doppen aangebracht. Er wordt met 10 ballen gespeeld, 5 rode voord de ene speler en 5 witte voor de andere. De bedoeling
is om de eigen ballen in het doel van de tegenstander te spelen. Men mag een bal van de tegenstander aanspelen. Met een eigen bal
tegen een andere eigen bal is niet toegestaan. Golfbiljart is een duidelijk aanval- en verdedigingspel. De gene die als eerste zijn eigen
ballen heeft weggespeeld is winnaar van een manche. Hij die als eerste twee manches weet te winnen is ook winnaar van de partij.
Tien over rood
Vooraf wordt afgesproken hoeveel caramboles er gemaakt moeten worden. Gewoonlijk zijn dit er 10 of 15. Met dezelfde
speelbal dient iedere speler een carambole trachten te maken, met daarbij als eis dat eerst de rode bal geraakt wordt. Wie het eerste het
aantal afgesproken caramboles maakt valt af tot er nog maar één speler over is. Hij is dan de verliezer. Ook wordt wel
afgesproken dat wanneer een speler met zijn speelbal geen enkele andere bal raakt of eerst de witte hij zijn behaalde caramboles kwijt is
en opnieuw moet beginnen te tellen. Ook wordt wel afgesproken dat men na een bepaald aantal caramboles behaald te hebben men
niet meer terug naar 0 hoeft, om te voorkomen dat een spel eindeloos gaat duren. Vaak wordt ook aan de laatste of de twee laatste
ballen eisen gesteld. Hij moet dan niet alleen eerst meer van rood gespeeld worden maar moet ook nog een driebander zijn of een
lossebandstoot.
Annoncee'tje
Bij annoncee'tje wordt afgesproken hoeveel carambole er op een bepaalde manier gemaakt moet worden. Bijvoorbeeld 5
caramboles zonder enige beperking, 3 over één band, 3 over twee banden, 3 over driebanden, 3 lossebandstoten etc.
De moeilijkheid is niet alleen het aantal afgesproken caramboles, maar vooral het vooraf opgeven op welke wijze men de bal gaat
trachten te maken. Als een speler aankondigt dat hij een bandstoot gaat maken en hij raakt 2 banden, dan is de carambole niet geldig.
Ook als de speler nog één of meerdere driebanders moet maken. Ook hier geldt dat de een speler die alle caramboles
gemaakt heeft afvalt totdat er nog maar 1 speler over blijft. Dit is dan de verliezer.
Kistje spelen
Hier gebruikt men twee ballen. Het enige dat men moet doen is met de speelbal de andere bal zien te raken. Meer is er niet.
Lastige is echter dat op het midden van het biljart een kistje geplaatst wordt. De afmetingen varieren van 10 X 10 cm tot 15 X 15 cm.
Aan elke zijde is een opening aangebracht waar een bal net doorheen kan. De bedoeling is om de ballen zo te spelen dat het kistje
tussen de twee ballen in komt te staan, om het de tegenstander zo moeilijk mogelijk te maken. Mist die speler namelijk de tweede bal
dan krijgt hij een strafpunt. Vooraf wordt afgesproken bij hoeveel strafpunten men verliest. Het mooiste, en voor de tegenstander het
moeilijkste, is als men een bal precies in het kistje kan spelen.
Spel met vier ballen
Hiervoor gebruikt men twee witte, één rode en één blauwe bal. Speelbal is de witte gemerkte
bal. Raakt men met de speelbal de rode en de blauwe dan krijgt men 4 punten. Raakt men de witte en rode bal dan krijgt men
één punt. Eveneens krijgt men één punt wanneer men de witte en blauwe bal raakt. Gelukt het echter om
alledrie de ballen te raken dan krijgt men hiervoor 20 punten. Winnaar is degene die als eerste het vooraf afgesproken aantal punten
heeft behaald.
Vlotbrug
Dit spel wordt slechts met 1 bal gespeeld. In de hoek van het biljart wordt een schuin oplopend plankje gelegd waarin gaten
zijn aangebracht waar een bal in kan blijven liggen. Bij elke holte is een getal aangebracht dat aangeeft hoeveel punten er zijn behaald
als de bal in die holte blijft liggen. De bal wordt bij de korte band gelegd waar het plankje niet staat. De bal moet eerst naar die
kant op de korte band worden gespeeld, vervolgens weer teruglopen en via de andere korte band op de vlotbrug terechtkomen. Speelt
men te zacht dan zal de bal niet bij de vlotbrug terechtkomen of blijven steken bij de rand van het plankje. Men spreekt af hoeveel keer
een ieder mag stoten. De punten in deze beurten worden bij elkaar opgeteld en winnaar is degene met het hoogste aantal.